6 en 7 november 2016

1 Weekend, 2 wedstrijden.

Ik voel mij weer goed en sterk de laatste tijd. Geen pr tijden gelopen, maar ook geen pr parcoursen betreden. De afwisseling van crossloopjes, een Run Bike Run en dus lekker fietsen, deed mij goed.
Het vertrouwen neemt gewoon weer toe, waar ik wedstrijden relatief lekker loop.

Zo ook dit weekend. Ik had op zaterdag de Erasmusronde gepland staan. Samen met Everdien zouden we beide de 10 km lopen. Een bewuste keuze, want het was een niet al te grote loop (lees niet te druk), maar wel een gecertificeerd parcours. Leuk om dus eens te peilen hoe ik ervoor sta en wellicht pr niveau aan te tikken.

De wedstrijd was om 14:30, lekker rustig opstarten dus en fris aan de start. En fris was het zeker. Af en toe een bui, met zo’n vies koud windje. Maar ja, dan zou het onderweg in ieder geval niet te warm zijn. Voordeel was ook dat het parcours grotendeels door het Kralingse Bos van Rotterdam liep en dus de rol van de wind beperkt werd door de beschutte omgeving.

Met wat warmlopen voelde ik opzich dat de benen prima waren. Versnellingen gingen vrij easy en ik had er wel zin in. Ik maakte geen illusies over het podium, maar veel snelle lopers zorgt vaak voor snelle tijden voor mijzelf.

Het startschot klonk en ik was direct lekker weg. Een ronde op de baan zorgde gelijk voor wat verdeling in het veld. Ik liep tweede en even later derde, maar had verder een behouden start (3:42 per km), waardoor ik er makkelijk bij zat. Te makkelijk misschien? Nu kwamen toch nog wat heren langszij en met een vooruitblik op 37:30 was wel een gemiddelde van 3:45 nodig. Ik sloot daarom aan bij de nummer zes en liep als nummer zeven lekker in zijn tempo mee. De km’s daalde ondanks dat nog ietsjes, maar voorlopig liep ik goed.

We draaide op 2 km linksaf het bos in en hier kwam de uitdaging wat meer in het parcours te zitten. Paden leken meer op grint dan asfalt, als dat uberhaupt nog zichtbaar was door alle gevallen bladeren. Opletten dus op gladheid. Gelukkig kon ik het tempo er lekker in houden. Langzamerhand liepen we in op een loper voor ons en haalde we deze in. Ik schoof een plekje op naar plek zes.

Op circa vier km kwam er een jongen voorbij waar ik samen met mijn medeloper bij aan sloot. Het zorgde dat het tempo weer even een prikkel kreeg. Op vijf km maakte ik even gretig gebruik van de drankpost en liet ik een klein gaatje vallen. Ik werd ingehaald door iemand die hijgde dat ik moest proberen gelijk weer aan te sluiten. Dat deed ik om niet al te veel terrein te verliezen. Vervolgens kwam er een open stuk met wind tegen, waar ik gelijk maar even gauw het gaatje dichtliep met mijn oorspronkelijke groepje. Die andere jongen bleef steeds op 20 meter hangen, maar dat was zijn zaak.

We draaide weer weg bij de open stukken en de finale kwam in zicht. Op zeven km volgde er een lang stuk valsplat. Ik trok de kar en de opfrissing van het water deed zijn werk. Toch hielde we ook continu zicht op de nr’s 3 en 4, maar kwamen helaas niet dichterbij. Op acht kilometer zette één van mijn medelopers een fikse versnelling in en de andere ging ook gelijk mee. Dit was de prikkel die ik nodig had voor een scherpe tijd en ook ik zocht als nummer zeven weer mijn aansluiting. Natuurlijk kon het de versnelling niet vast houden dus alles consolideerde weer wat, zodat ik zelfs weer even voor hen kwam te lopen. Wel had ik het inmiddels vrij zwaar en het leek lang te duren voordat het 9 km bordje langskwam. Nog één km te gaan en wederom versnelde dezelfde loper. Hij leek definitief een gat te slaan en ook de andere loper liep weer bij mij weg. Ik wist dat een versnelling niet eindeloos is, dus voor wat ik waard was verhoogde ik ook mijn eigen tempo voor en sterke slot km zonder wat te forceren. Op een klein gat gingen we de laatste 500 meter in, met een 100 meter rechte finish op de baan. Ik zat wat te rekenen en ik wilde na de laatste slingerbocht op de 100 meter er nog even alles uitgooien om toch nog voor diegene te eindigen waarvan ik al vanaf km 1 samenliep. En dat deed ik. Ik trok een versnelling aan zonder helemaal tot het gaatje te sprinten en op 50 meter voor de finish spurte ik hem nog net even voorbij. De nummer vijf kon ik niet meer achterhalen, maar zo redde ik toch mijn eigen eer en zette ik een keurige nettotijd van 37:45 neer.

Ik moest even uitpuffen van de laatste km, maar ik voelde mij tevens heel voldaan. Een nette 6e plek in een keurige tijd. En een sterke raceverdeling, zonder te forceren. Dat maakte mij blij. Nu was het wachten op Everdien, die zelfs met een mooie nieuw pr van 50:55 aan de finish kwam. Een prima dag voor Team Dietistleiden.nl. Het gevoel bekroop mij al…. Zou ik morgen nog een keer gaan voor een 5 km? Eerst was het nu Sushi time J

Strijd tegen de elementen

En zo volgde dag twee. Ik kon oorspronkelijk al wat lastig kiezen tussen twee wedstrijden, dus besloot ik ze allebei te doen. Op zondag had ik lekker uitgeslapen en was door de sushi goed hersteld van mijn 10 km. Iets lichte stijfheid, maar geen gekke dingen. En zo vertrok ik om 11:30 naar Kijkduin (Den Haag) voor de Laan van Meerdervoortloop. Een leuke loop over 5 of 10 km, deels over het asfalt, de Laan, en terug via de duinen en het strand. Ook vorig jaar liep ik hier. Toen was 20:21 goed genoeg voor een vijfde plaats, maar viel het stuk op het strand erg tegen. De loop is trouwens iets langer dan 5 km, omdat het parcours is gemeten in lijn tegen de duinen aan, terwijl je het harde zand opzoekt aan de waterkant. Zo klokte ik vorig jaar 5,25 km wat ook dit jaar het geval zou zijn.

De regen kwam met bakken uit de lucht en de wind trok flink aan. Toch had ik er zin in en warmde mij rustig op en ik genoot nog even van de relatieve rust in het NH Hotel die een ruimte voor de lopers beschikbaar had gesteld. Pas om 12:50 uur waagde ik mij weer buiten. Ik liep mijn laatste versnellingen en in poncho gehuld ging ik het startvak in. Zo koelde ik niet teveel af en was ik er helemaal klaar voor.

IK stond mooi vooraan. Het startschot klonk en gelijk was volle bak het tempo erop. Ik ging mee met de snelle gasten voorin van de 5 en 10 km. Het eerste stuk gaat heuvelaf vanaf de boulevard. Na een paar honderd meter moest ik wel een gaatje laten, maar was ik in ieder geval goed op gang getrokken. De eerste km klokte ik af in 3:28. Op het vlakke stuk liep ik een prima ritme zonder direct op mijn max te lopen, aangezien het zware stuk nog moest komen. Zo klokte ik km 2 en 3 in respectievelijk 3:43 en 3:42. Langzaam raapte ik weer wat lopers op en op het 3 km punt had ik bijna aansluiting met wat de nummer drie van de vijf kilometer bleek te zijn. De 10 km lopers waren inmiddels rechtsaf geslagen dieper Den Haag in, maar wij mocht gelijk rechtdoor de duinen in. Of eigenlijk één duin op, welke een pittige klim inhoudt.

Ik liep het gat met de nummer drie net niet dicht en heuvelop liep hij weer iets bij mij weg. Maar dit maakte mij niet. Ik wist hoe pittig deze klim is en ik bleef rustig heuvelop en zou wel wat sneller dalen. En zo liep ik, net als vorig jaar, heuvelaf in één keer het gat dicht. Met grote passen vond ik de aansluiting. En zo liepen we samen het strand op. Een mul stuk maakte het erg zwaar en ik wilde zo snel mogelijk naar de branding.

In de verte zag ik met flinke gaten ertussen de nummer 1 en 2 lopen. Duidelijk een maat te groot, maar plaats 3 leek bereikbaar als ik dit volhield. Ik kwam nu voor mijn concurrent te lopen, maar moest de nummer 4 nog wel even afschudden. Ik hoorde dat hij moeite had, wat opzich logisch was, aangezien ik vanaf km 2 al op hem inliep en ik dus vanaf toen al een hoger tempo liep. Ik trok nog wat extra naar rechts en zette even aan. Zo schudde ik hem af en kon hij niet profiteren.

Natuurlijk had hij mij nog wel als mikpunt en het zand was zacht. Ook dicht langs het water had het strand zachte plekken en voelde het alsof ik over één lange spons liep. Ik kon er qua tempo geen klap opgeven en ik zag letterlijk wat op tegen de slotklim van mul zand en de steile boulevard op.

Maar ik bedacht mij ook dat ik wat crosservaring van recent in de benen heb en bij de opgang kon ik ook bij hem weglopen. Langzaam ging mijn lijn weer naar links richting strandopgang. Ik probeerde het spoor van de nummer 2 te volgen en ritme in de benen te houden. Toch verzuurde ik al flink. Ik keek achterom en zag de nummer 4 nog vrij dichtbij zitten. Ik had weinig zin in een sprint. Een vrouw moedigde mij aan: “kom op nummer drie, nog even doorzetten want je hebt iemand vlak achter je zitten.” En even doorzetten was wat ik deed. De klim met kasseien was heftig, waardoor ik meer aan de zanderige zijkant ging lopen voor meer grip. Een vlak stukje volgde met daarna het laatste klimwerk. Ik trok mijn tempo door en keek nog eens achterom. Ineens zag ik niemand mee komen. De concurrent was gebroken. Even liep ik nog de verkeerde kant van het hek langs, waar ik 5 meter terug moest en dus een paar seconden verloor. Maar mijn derde plek was zeker. Ik klokte een nette 20:08 af, wat zelfs 20:05 netto bleek te zijn. 13 seconden voor de nummer 4.

Mooie strijd tegen de elementen, waar de winst t.o.v. van vorig jaar duidelijk zat in een sterker strandafgang en opgang stuk. Ik voelde mij op deze plekken zekerder en sterker. Het smaakt duidelijk naar meer. Uiteindelijk volgde de uitreiking met een mooie beker en kon het goede hardloopgevoel na dit weekend niet meer stuk.